Inwoners die ik niet heb gekend

Inwoners die ik niet heb gekend

Reportage Dodenherdenking - Leerlingen praten met Ben Dalsheim die WOII overleefde.

STADSKANAAL - Een koude wind steekt op als de 11-jarige Tim Bakker, leerling van de St. Antoniusschool in Musselkanaal, de microfoon vastpakt. Op de avond van de dodenherdenking vertelt hij bij het Joodse oorlogsmonument in Stadskanaal over de ontmoeting die hij eerder die dag had met Ben Dalsheim.


Tim sprak samen met zijn klasgenootje Lychel Hemmen met Dalsheim, een Joodse inwoner van de gemeente die de oorlog samen met zijn ouders overleefde. Ze bezochten ook Dalsheims ouderlijk huis aan de Sluiskade in Musselkanaal. "Meneer Dalsheim heeft ons verteld over zijn jeugd. Over onderduikadressen. Twee jaar verbleef hij met zijn ouders in een ruimte van 3 bij 3 meter. Niemand wist dat ze daar zaten."

Een behoorlijke menigte hoort het verhaal over de familie Dalsheim. Onder hen Ben Dalsheim zelf, die samen met nog een ander familielid aanwezig was bij de herdenking in Stadskanaal.

Tims woorden maken indruk. De 11-jarige staat stil bij de Joden die zijn omgekomen. 'Mensen uit deze gemeente die ik niet heb gekend. Omdat ik nog maar 11 jaar ben, maar ook omdat ze er niet meer zijn.'

Bij het Joodse oorlogsmonument was het de taak van Lychel om een groot aantal namen van omgekomen inwoners van de gemeente Stadskanaal voor te lezen. De lijst telt in totaal 136 namen.

Dagblad van het Noorden 6-5-2013


Toespraak gehouden door Tim Bakker tijdens de Dodenherdenking.

Geachte aanwezigen,

Achter mij staat een grote granieten zuil, een monument met namen van Joodse inwoners uit onze gemeente Stadskanaal. Inwoners die de oorlog niet hebben overleefd. Inwoners die ik niet heb gekend omdat ik nog maar 11 jaar ben. Namen van oude en jonge mensen. Jonge mensen ook van mijn leeftijd die nog een hele toekomst voor zich hadden. Wat waren hun dromen, wat waren hun plannen? We zullen het nooit weten, want hun namen staan hier op dit monument.

Gelukkig zijn er ook Joodse inwoners van onze gemeente geweest die de oorlog hebben overleefd, omdat ze het geluk hadden een onderduikadres te vinden. Omdat er mensen waren die hun leven voor hen hebben gewaagd. Vanmorgen heb ik een interview gehouden met Benno Dalsheim. Hij heeft samen met zijn ouders de oorlog overleefd. Ik zal nu iets over zijn jeugd in oorlogstijd vertellen.

Benno Dalsheim is geboren op 17 oktober 1935 aan de Sluiskade 88 te Musselkanaal, als zoon van Siegfried Dalsheim en Minie de Beer. Zijn vader verdiende zijn brood als slager. Zijn koopwaar ventte hij op de fiets met een grote korf voorop uit in Musselkanaal en de Monden. Toen Nederland bezet werd veranderde er eerst niet zo veel. Later kwamen er steeds meer maatregelen die het voor de vader van Ben steeds moeilijker maakten om zijn koopwaar aan de man te brengen. Zo moesten hij en zijn vrouw in juni 1942 hun fiets inleveren.

In augustus 1942 kreeg de vader van Benno Dalsheim een oproep voor vertrek naar een werkkamp. Siegfried Dalsheim besloot dat niet af te wachten en vond een onderduikadres bij een boer in Eerste Exloërmond. Op 17 oktober, de verjaardag van Benno, werden hij en zijn moeder door het verzet ook op hetzelfde onderduikadres ondergebracht. Een jaar is de familie Dalsheim daar gebleven. Op een dag stopte er een overvalwagen. De Duitse soldaten stapten uit om een razzia te houden van huis tot huis. Gelukkig werd hun aandacht getrokken door de appelbomen naast de boerderij, er werd aan de bomen geschud en ze gingen onder de bomen liggen. Na enige tijd gingen ze bij de volgende boerderij verder met hun razzia. Benno zag dit alles voor zijn ogen gebeuren. Een spannende tijd voor een jongetje van zeven jaar.

Op een gegeven moment werd het onderduikadres te gevaarlijk en werd er een nieuw onderduikadres gevonden bij Jan en Geertje Franssens in Tweede Exloërmond. Zij zeiden: waar twee personen wonen en eten, kunnen er ook vijf terecht. Elk stukje brood werd gedeeld en dat twee jaar lang.

Benno werd opgenomen als hun eigen kind. Zelf hadden zij geen kinderen. Benno en zijn ouders hadden er een kamertje van drie bij drie meter, waar ze de dag door moesten komen en natuurlijk ook moesten slapen.

Niemand heeft in de oorlog ooit geweten dat bij de familie Franssens onderduikers zaten. Ook familieleden, die op bezoek kwamen, wisten van niets. Want wat je niet weet, kun je ook niet doorvertellen, was het motto van Jan en Geertje. Totdat het Bevrijdingsdag was. Benno en zijn ouders konden na bijna drie jaar onderduiken weer naar buiten. Het was feest en Benno werd als een held op een paardenkar rondgereden.

Na de oorlog gingen de families Dalsheim en Franssens elke week bij elkaar op bezoek tot het overlijden van Jan en Geertje Franssens in de jaren 90. Op de grafsteen van Jan en Geertje Franssens staat vermeld: Wie God bewaart is wel bewaard. En daaronder staat: Dat niemand vergeet wat zij voor ons deden, de familie Dalsheim.

Benno en zijn ouders hebben de oorlog overleefd. Veel van hun familieleden hebben dat geluk helaas niet gehad. Hun namen staan hier achter mij op het monument. Dat niemand dat vergeet.