Emmenaren die niet terugkeerden

Emmenaren die niet terugkeerden

EMMEN - In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 werden in Emmen tientallen joden door politieagenten uit hun woningen gehaald. De Duitse bezetter had voor de razzia bewust deze nacht uitgekozen. ,,De joden vierden die dagen Jom Kippoer, ofwel Grote Verzoendag. Op 3 oktober was het sabbat. De Duitsers gingen ervan uit dat de meeste joden in die bewuste nacht thuis zouden zijn. Dat bleek ook het geval’’, zegt Emmenaar Marcel Bulte. ,,De joden moesten mee naar de concertzaal van Groothuis in het Emmer centrum. Kort daarna werden ze op transport gezet naar Westerbork.’’


De 70-jarige Bulte verdiept zich al jaren in de historie van Zuidoost-Drenthe en schreef er veel boeken over. Zijn eind vorige maand gepresenteerde boek Hun namen worden niet vergeten ontroerde Bulte zelf veruit het meest. Hij verdiepte zich in de joodse geschiedenis van Emmen en probeerde zoveel mogelijk te weten te komen over de Emmer joden die in de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord. ,,Bij zo’n onderzoek kom je in figuurlijke zin heel dicht bij zulke mensen. En tegelijktijdig weet je wat voor verschrikkelijks hen is aangedaan. De meedogenloosheid waarmee dit is gebeurd, is niet te bevatten."

In de gemeente Emmen werden tussen april 2011 en oktober 2013 gedenksteentjes gelegd voor de huizen waar vermoorde joden woonden. Stolpersteine of struikelstenen, zo worden ze genoemd. Op de messing plaatjes aan de bovenkant van de steentjes staan persoonlijke gegevens van slachtoffers. Opdat hun namen nooit worden vergeten. In de gemeente Emmen werden 138 van deze gedenkstenen geplaatst, waarvan het gros in de plaatsen Emmen en Nieuw-Amsterdam. Het boek van Bulte sluit aan bij dit project. Bulte verzamelde flink wat foto’s, waardoor een deel van de vermoorde joden voor de lezer ook letterlijk een gezicht krijgt.

Ook wordt uitvoerig aandacht besteed aan het enkele jaren geleden opgedoken dagboek van Israël Jakobs. Deze Emmer ambtenaar woonde met zijn ouders en zus aan de Zonneweg en werd in november 1940 uit zijn functie gezet omdat hij joods was. Jakobs hield van 31 oktober 1940 tot 16 augustus 1942 een dagboek bij. Langzaam maar zeker sloot het net zich in die periode om  de joodse bevolking. De oorspronkelijke tekst bevatte veel afkortingen en handelingen. Bulte heeft ze van een nadere toelichting voorzien. Ook Jakobs overleefde de oorlog niet. De klerk tweede klas der secretarie werd via werkkamp Linde bij Hoogeveen overgebracht naar Westerbork. Vanuit dit kamp belandde Jakobs in Auschwitz, waar hij op 1 september 1942 werd vergast.

In Nederland is zo’n 70 procent van de joden in de oorlogsjaren vermoord. In Emmen gaat het om een vergelijkbaar percentage. In de jaren dertig, toen joden in Duitsland al in gevaar waren, had Emmen de handen vol aan het beteugelen van de eigen economische crisis. En na de Duitse inval was er slechts een kleine groep mensen die zich met gevaar voor eigen leven inzette voor de joden. Er was ook een groep die de bezetter plichtsgetrouw een handje hielp. Bulte noemt deze Emmenaren niet bij naam. ,,Heel bewust niet. Dat zou de aandacht afleiden van de mensen die centraal staan in dit boek: de joodse oorlogsslachtoffers uit Emmen.’’

Dat veel Emmenaren de jodenvervolging ‘maar lieten gebeuren’, betekende niet dat er vanuit de burgerij geen oog was voor joodse bezittingen. De eerste joden waren nog niet weggevoerd of er werd al ingebroken in een aantal van de leegstaande huizen.

Bijna alle huizen waarin joden hadden gewoond, werden door andere mensen betrokken. ,,Vele tientallen mensen zeurden burgemeester Bouma de oren van zijn hoofd om in een van de 48 leeggekomen woningen te mogen wonen’’, schrijft Bulte. De Emmer NSB-burgemeester, die na de oorlog emigreerde naar Zuid-Afrika, vergat bij de toewijzing zijn partijgenoten allerminst.

De synagoge aan de Julianastraat stond na de oorlog nog overeind, maar wel in een vervallen staat. Het pand riep bij die paar joden die na de oorlog terugkeerden naar Emmen, nogal wat emoties op. In 1973 voorkwam de gemeente dat het gebouw werd gesloopt. Zij kocht de synagoge en liet het pand restaureren. In het jaar 2000 werd er bij het pand een monument onthuld, ter nagedachtenis aan de joodse oorlogsslachtoffers.

Dagblad van het Noorden 6-5-2014.