Angst en Spanning op Heephoeve in Harpel

TRIJN ZANDSTRA-WENNING (84) VERGEET OORLOGSJAREN VAN JOODSE ONDERDUIKERS NOOIT

Naar oorlogsfilms kijkt Trijn Zandstra-Wenning (84) nog steeds zo min mogelijk. De beelden doen haar te veel denken aan die spannende en angstige jaren waarin onderduikers liefdevol onderdak vonden bij de familie Wenning in Harpel. "Het grijpt me nog steeds aan", zegt Trijn Wenning. De oorlogsjaren waarin het joodse gezin van Simon en Esther Meijer zich schuilhield in boerderij Heephoeve van Trijn's ouders Marcus en Tinie Wenning zal ze nooit vergeten. Intens blij omdat de Meijers en twee andere onderduikers uit de handen van de Duitse bezetter bleven, maar de angst dat ze zouden worden ontdekt of verraden, is Trijn Wenning nimmer kwijt geraakt. Films op de televisie over die tijd zapt ze daarom liever weg.


Amper veertien was Trijn, het derde kind in het gezin Wenning, toen plotsklaps 'vreemde mensen' op de boerderij in buurtschap Harpel kwamen. Joodse mensen. Veehandelaar Simon Meijer uit Musselkanaal had een goede band met Marcus Wenning opgebouwd. Ze kenden elkaar van de handel, want ook Trijns vader verzorgde en verkocht koeien en paarden. Het was augustus 1942, toen Meijer doorkreeg dat hij zou worden opgepakt. Hij klopte aan bij Wenning. Of die geen plekje wist waar Meijer, z'n vrouw Esther en de kinderen Alex, Liny en Gerda zich konden verstoppen. Het zou voor eventjes zijn, maar het werden bijna drie volle jaren.

In 1936 streken Marcus en Tinie Wenning neer in Harpel. Daarvoor huisde het paar in Roswinkel. Marcus was fabrieksarbeider, maar voelde zich meer thuis op het land. Gewassen verbouwen, maar de voorkeur ging vooral uit naar het houden van vee. Dat deed ie al in Roswinkel waar Marcus een paar hectare land huurde. Toen hij hoorde dat naar een huurder van een boerderij in Harpel werd gezocht trok Wenning de stoute schoenen aan. Hij meldde zich als kandidaat. En mocht de boerderij, die de naam Heephoeve kreeg, runnen. 'Zo werd mijn vader ineens boer', vertelt Trijn Zandstra-Wenning. 'Hij en m'n moeder waren harde werkers. Op stal stonden zo'n vijftien koeien. Later kwamen er varkens, geiten en paarden bij.'

Geheim
De oorlog veranderde het leventje op de boerderij in Harpel drastisch. Simon Meijer was zo slim dat ie in Musselkanaal rondbazuinde dat z'n gezin naar Engeland zou vertrekken. Meubeltjes en andere spullen werden opgeslagen, die zouden ze later wel halen. Maar niet Engeland was de bestemming, maar het nabijgelegen Harpel. 'Ineens kwamen er vijf mensen bij', zegt Trijn Zandstra. 'De Meijers kregen een plekje aan de voorkant van de boerderij. Daar was nog een ongebruikte kamer. Wij kregen te horen wat er aan de hand was en dat we absoluut niets mochten vertellen. Tegen niemand. Je wist immers niet wie wel en niet te vertrouwen was. Al die jaren liep ik rond met dat geheim. Vriendinnetjes mochten niet mee om te spelen. De buren naast ons woonden op enige afstand, dus die zouden niets merken. Alleen de overburen... Later, pas na de bevrijding, hoorden we dat zij in de kamer waar de Meijers zich verstopten 'vreemde' mensen hadden gezien. Ze waren gelukkig 'goed' en hielden zich stil.'

Lees verder in Terra Westerwolda Jaargang 2, nummer 2, maart 2013.